top of page

Geboorteverhaal: Overgave

ree

Als ik aan de bevalling van ons tweede dochtertje terugdenk, dan denk ik aan het woord “overgave”.  


Keuzes gestuurd door vertrouwen

De bevalling van ons eerste dochtertje vond plaats in een ander ziekenhuis, onder leiding van andere vroedvrouwen. Kenmerkend voor die eerste bevalling was de escalatie van medische interventies doorheen een lange arbeid en de beleving volledig genegeerd te worden in ons gevoel. Tijdens de tweede zwangerschap voelde ik de spanning opbouwen naarmate de zwangerschap vorderde en beslisten we heel andere keuzes te maken ter voorbereiding van de bevalling. We kozen ervoor om in een ander ziekenhuis te bevallen, onder begeleiding van een zelfstandige vroedvrouw en een doula. We kozen ervoor om - tegen de adviezen in - over de 41 weken heen te gaan en ons over te geven aan de natuur, vol vertrouwen in onze baby, vol vertrouwen in mijn lijf. Eens we 42 weken naderden, drong een inleiding zich echter op. Hoe dichterbij de inleidingsdatum kwam, hoe meer de angst het overnam. Een inleiding stelde immers in vraag of de bevalling door mijn vroedvrouw begeleid kon worden of deze overgedragen diende te worden aan de gynaecoloog. Voor ons was het heel belangrijk om ons tijdens de bevalling te laten omringen door de mensen met wie we het proces ter voorbereiding aangingen. Met hen spraken we onze wensen door, bij hen hadden we het gevoel dat onze belangen behartigd zouden worden en elk gevoel er mocht zijn.


Belangenbehartiging

Hoewel ook de bevalling van onze eerste dochter er een was die startte met een inleiding, voelde het deze keer heel anders. De aanwezigheid van in de eerste plaats mijn partner maar daarnaast ook de zelfstandige vroedvrouw en de doula, zorgde ervoor dat ik me veilig genoeg voelde om me volledig over te geven aan het proces. Dankzij de lange zwangerschapsduur en het feit dat ik volledig op mijn gemak was, was er niet veel stimulatie nodig alvorens mijn lichaam het overnam en was het breken van de vliezen voldoende om de arbeid op gang te brengen. We konden met het ziekenhuis in overleg gaan over onze wensen (bijvoorbeeld rond de tijd die we onszelf wilden geven na het breken van de vliezen alvorens op een infuus met weeënopwekkers over te schakelen) en werden hierin gesteund door onze vroedvrouw en de doula. Ook toen er na enkele uren van weeën opvangen maar weinig verandering leek te komen in de ontsluiting en het ziekenhuis wat meer aandrong op het starten van weeënopwekkers, konden we rekenen op de steun van ons geboorteteam. We vroegen nog twee uurtjes de tijd om te bekijken hoe mijn lichaam zou reageren op een alternatieve aanpak. Het duurde niet lang voor ik op ellebogen en knieën zat, de doula haar osteopathiekennis bovenhaalde en zowel mijn partner alsook de vroedvrouw mijn bekken begonnen los te schudden. De intensiteit van de weeën nam al snel toe en ik gaf me over aan het verlangen om in bad te stappen. Eens in het water, kende de intensiteit een nieuwe hoogte. Heel even kwam ik mezelf tegen en nam paniek het over. Deze weeën waren immers veel intenser dan diegene die ik kende van tijdens mijn eerste bevalling. Het feit dat ik de uren ervoor weeën had opgevangen zonder enige verandering in ontsluiting zorgde voor zelftwijfel. “Wat als deze meer intense weeën ook geen verschil maken?”, “Hoe lang houd ik dit vol?”, “Misschien is mijn lichaam hier gewoon niet voor gemaakt”,… Het was niet lang na het uitspreken van die innerlijke stemmen, dat de doula en de vroedvrouw dichterbij kropen. Gesteund door mijn partner, de doula en de vroedvrouw die tegendruk gaf op mijn heupen om de laatste heftige weeën op te vangen, vond ik opnieuw het vertrouwen om me over te geven aan de pijn en de kracht die nodig was om mee te persen. Ik voelde het brandende gevoel, de “ring of fire” waarover de vroedvrouw me op voorhand sprak en wist dat het nu niet lang meer zou duren voor we onze dochter zouden ontmoeten. Met mijn hand op haar hoofdje, voelde ik haar beetje bij beetje opschuiven. Plots besefte ik hoe niet enkel wij maar ook zij al al die tijd hard aan het werken was. Ik mocht ervaren hoe mijn bewegingen de hare afwisselden. Hoe overgave en vertrouwen ons tot op dit punt brachten. Met mijn hand nog steeds op haar hoofdje, werd ik me enkel nog meer bewust van het feit dat we dit samen aan het doen waren. Daarnaast gaven haar vele haren me iets tastbaar, een eerste idee van hoe ze eruit zou zien. Het is op dit moment dat ik voelde dat ik mocht vertragen om ook haar de ruimte te geven haar ding te doen en op haar tempo ter wereld te komen. Eens haar hoofdje geboren was, ging het snel. We wisselden elkaar verder af in onze bewegingen en even later lag ze tussen mijn benen in bad. Ze zat niet langer in mijn buik, onder mijn hart maar lag nu eindelijk in onze armen. Wat een magisch samenspel. 


 
 
 

Opmerkingen


bottom of page